5 januari: precies 2 weken

Vandaag zijn ze precies twee weken.

Van kleine onbeholpen cavia’s zijn het langzamerhand echte hondjes geworden. Ze hebben niet meer de blotebillen-babyfaces, maar miniatuur hondenkoppies met glinsterende oogjes. Sinds ze hun oogjes open hebben, zien ze er direct veel pienterder uit. Het bijdehante, oudste meisjespupje was de eerste die, op oudejaarsdag al, haar oogjes open had én een pasje met een gestrekt achterpootje liep.

Bij de andere was wel een kleine glinstering tussen de oogleden door te zien, maar met het echte openen wachtten ze nog even. Alleen ‘grote reu’ zoals ik hem voorlopig even noem, de als tweede geboren pup, hield zijn oogleden stijf op elkaar. Best een beetje spannend. Tot gisteren, toen ging zijn linker oogje open. En vandaag is ook de andere gewoon open. Alsof het nooit anders is geweest. Hij maakt er meteen goed gebruik van. Als hij merkt dat ik er ben, komt hij blij naar me toe lopen.

Zijn staartje kwispelt echt al. Natuurlijk valt hij af en toe nog om; het met losse pootjes lopen is nog niet gemakkelijk. Maar hij heeft vorige week, met z'n oogjes nog dicht,  al geoefend tussen de wand van de kist en de stok. Als een patiënt in een revalidatiecentrum liep hij keurig tussen die twee houvasten in zonder wankelen. Slim!

Nu komt hij dichterbij, doet zijn koppie omhoog alsof hij opgetild wil worden. Snuffelt aan het gezicht, likt met een zacht tongetje. Ja hoor, een echte zoon van Yoline.

Hij houdt van spelen. In gedachten noem ik hem al robuuste robbie. ‘Kleine’ reu (nauwelijks kleiner, maar de lichtste van het kwintet bij de geboorte en met een heel fijn koppie) is een echte vrijdoos. Die komt elke keer zo enthousiast naar me toe gestuiterd. En de dametjes? Dat zijn zulke vrolijkerds.

Terwijl de mannen nog wel eens willen doorsnurken en niet in de gaten hebben dat Yoline of ik bij de werpkist zijn, reageren de meisjes als door een wesp gestoken zodra ze me ruiken of horen en komen over broers, zussen en stokken heen geklauterd om te komen kroelen.'Kijk, ik kan zitten!'

Twee weken pas en dan al zo leuk op mensen reageren. Ik blijf het een wonder vinden. Ze worden zich steeds meer van zichzelf en de andere pups bewust. Krabben zich eens op de kop, likken aan een pootje van zichzelf of de broer of zus die ze toevallig tegenkomen. Het is grappig te zien hoe ze ook al beginnen te spelen. Bekkie wagenwijd open, andermans snuitje erin proberen te vatten, elkaar likken. Het lijkt soms een krokodillenshow: kijk eens hoe ver ik mijn neus in die bek durf te steken? Bij een enkeling voel ik al dat een hoektandje in de onderkaak op doorbreken staat. Bij grote reu voel je in de bovenkaak al het begin van tandjes.


Nageltjes en ontwormen
4 januari zijn de nageltjes voor de eerste keer geknipt. Het viel niet mee om te zien of die ieniemienie-uitsteekseltjes wel goed tussen de nagelknipper zitten.

6 januari is het tijd om te ontwormen. Nou, je hoeft je niet af te vragen of ze de op hun tong gespoten pasta wel goed hebben ingeslikt. Het werkt meteen … Tot nu toe merkte ik niets van puppyplasjes of -hoopjes. Yoline likte en masseerde elke pup vaak en uitgebreid. De pups lieten dat gelaten over zich heen komen. Maar nu … brrrr. Tot mijn verbazing zie ik twee teefjes echt ervoor in de houding gaan staan met een gebogen ruggetje. De ‘vaste’ hopen zijn maar ongeveer één centimeter groot. Dat is te overzien. Maar dan … ‘Flatsjjjjj’ hoor ik ineens, alsof er iets leegloopt. Nou, ik ben blij dat mijn broer destijds niet over mij heen kroop, toen hij nog niet zindelijk was. Yoline, die tijdens het ontwormen buiten de kamer moest wachten, weet bij binnenkomst niet wat ze ziet en waar ze moet beginnen. Wat een viezigheid. Ik blijf ondergrondjes verschonen, zij likt en poetst de pups dat het een lieve lust heeft. Maar even niet knuffelen vandaag. Er hangt geen heerlijk zoet geurtje meer van een mengsel van koffie en caramel om die koppies, ze ruiken ineens vies. Bah. Gelukkig dat er nog geen puppybezoek komt. Enkele uren later zie en ruik je er weinig meer van. Alles ligt weer nagenoeg hagelwit en blinkend schoon op het vetbed. Met dank aan mama Yolines ingebouwde schoonmaakdoekje.

Het was al te merken dat de oortjes ook open waren, maar vanavond is er beslist geen twijfel meer over. Ik zet de tv aan met een uitzending van The Voice en pang! … ze zitten alle vijf overeind.

Gewichten
Hun gewichten op 6/1: 622, 675, 683 en er zijn twee van 718 gram.

Namen

De geboorteaangifte is verstuurd naar de Raad van Beheer, de namen liggen vast.
Wij hopen dat deze pups juweeltjes van honden worden die voor hun baas van grote, onschatbare waarde zullen worden. Daarom noemen wij ze:
Diamant (waaraan al vroeg in de geschiedenis magische krachten werden toegekend),
Robijn (naar het Latijnse woord voor ‘rood’, Een robijn schenkt de drager kracht, moed en dapperheid en heeft helende eigenschappen),
Perla (een parel is de enige edelsteen die wordt gevormd door een levend wezen. Al eeuwenlang wordt de parel geassocieerd met liefde),
Bijou (het Franse woord voor juweel)
en Zilver (omdat er bij zonlicht in de witte vacht van een kooikerhondje zilveren draden lijken te zitten en omdat ik de kleur zilver mooier vind dan goud).

De pups uit ons eerste nest heetten ‘Zomers … uit het groene Gein’, genoemd naar hun moeder Zomer Zotheid-Yoline. Deze pups zijn op 22 december geboren, de dag van de meteorologische winter. Toepasselijker kan het bijna niet. Voluit worden de namen op de stambomen van deze pups dan ook: Winters Diamant uit het groene Gein, Winters Robijn uit het groene Gein, Winters Bijou uit het groene Gein, Winters Perla uit het groene Gein en Winters Zilver uit het groene Gein. Diamant en Robijn zijn de namen voor de jongens, Bijou, Perla en Zilver voor de meisjes. Maar wie welke naam krijgt? Dat is nog niet bekend en wordt pas definitief wanneer de chipper komt van de Raad van Beheer.

Yoline had de dag na de bevalling haar figuur al weer terug. Nu moet ik oppassen dat ze niet te mager wordt. Ze eet als een bootwerker, maar toch voel ik weinig spek op de ribben. Ze is nog steeds net zo zorgzaam, maar zoekt ook graag de gezelligheid beneden op. Toch blijft ze ook daar alert. Ineens spitst ze haar oren, hoort iets wat wij niet horen, en roetsjjjt naar boven.